Wat betekent groenteteelt?

Wat betekent groenteteelt?

De groenteteelt is het telen van groente voor menselijk consumptie zowel in de vollegrond als in de glastuinbouw. Een teler van groenten wordt een tuinder genoemd en zijn bedrijf een tuinderij.

Wat zijn glasgroenten?

Veruit het meest worden tomaten geteeld, gevolgd door paprika’s en daarna komkommers. De arealen tomaten en paprika’s kunnen nog verder onderverdeeld worden. Bij de tomaten bestaat het areaal voor 70 procent uit trostomaten, voor 25 procent uit losse tomaten en voor 5 procent uit cherrytomaten.

Hoe groot is de landbouwsector?

Aandeel plantaardige en dierlijke productie In 2019 bedroeg de waarde van de totale productie van de landbouw bijna 29 miljard euro. Daarvan bestond 49,2 procent uit plantaardige productie en 38,5 procent uit dierlijke productie. Diensten en nevenactiviteiten waren goed voor de resterende 12,3 procent.

Hoeveel mensen werken in de landbouwsector?

In 2018 waren er 196 duizend personen werkzaam in de landbouw. Dat is 2,1 procent van de werkzame personen in alle economische activiteiten. Het aantal werkzame personen hoeft niet gelijk te zijn aan het aantal banen. Mensen kunnen meerdere banen hebben en bij het aantal banen worden ook de deeltijdbanen gerekend.

Wat zijn vollegrondsgroenten?

Vollegrondsgroenten zijn, zoals je al kan vermoeden, in de volle grond gekweekt worden. Onder deze verzamelnaam vallen alle kolen, stengelgroenten, wortels, knollen en pompoenen.

Hoeveel procent is boer?

Boeren zorgden in 2019 voor 1,4 procent van ons totale 812 miljard euro tellende nationale inkomen, tien jaar eerder was dat 1,3 procent.

Hoeveel boerderijen?

In 2020 waren er in Nederland 75 255 landbouwvestigingen. Het grootste aantal vestigingen was in Noord-Brabant (12 340 vestigingen) en Gelderland (11 650 vestigingen).

Wat is het verschil tussen telen en kweken?

‘Telen’ wordt gezegd van gewassen en van dieren. Bij sommige dieren wordt er dan onder verstaan dat er nieuwe rassen gefokt worden (‘schapen telen’). ‘Kweken’ wordt alleen van gewassen, kleinere dieren (vissen, vlinders, oesters) of van onstoffelijke zaken gezegd (‘dat kweekt haat’).